Wij zijn
ROPARUN TEXEL

Wij leveren samen een sportieve prestatie om

geld op te halen voor mensen met kanker

20190609_1015351
20190609_183652
20190610_083726
Groepsfotoonderweg20192
Groepsfotoonderweg20192
previous arrow
next arrow

Vanuit het oog van een deelnemer

Hieronder een verslag van Marian van Tatenhove. Zij heeft de Roparun meegemaakt vanuit team A en deelt graag haar verhaal.

Het is me een eer….

Belevenissen van een fietsbegeleider bij de Roparun 2019

Eindelijk, zaterdagochtend 8 juni 6.55 uur. Ik trek mijn oranje teamjas aan en vertrek op de fiets naar het verzamelpunt. De spullen worden in de touringcar geladen, mijn fiets gaat in één van de twee kleine busjes. Er wordt een groepsfoto gemaakt en dan naar de boot. Daar vallen we op met onze oranje jassen en groene shirts en natuurlijk door het lawaai wat we met z’n allen maken.

Onderweg wordt gezellig gepraat met koffie, thee en muffins, maar omdat ik ’s ochtends erg vroeg wakker was, besluit ik al voor we de Afsluitdijk oprijden om toch een poosje op bed te gaan liggen. Ik pak mijn slaapzak en kussen en klim naar het bovenbed. Op de vloer van de grote bus en op een stelling daarboven zijn vier matrassen gelegd: twee naast elkaar met twee andere matrassen er aan het voeteneind achter. Zo kun je met zes personen overdwars op vier matrassen liggen en zijn er twaalf slaapplaatsen ontstaan. Al snel val ik in slaap op het geluid van de brommende motor en het schommelen van de bus.

Ik word wakker als we ergens langs de weg op een plaats met een picknickbank stoppen en opnieuw aan de koffie en thee gaan, dit keer met puddingbroodjes. Na deze stop lig ik nog een poosje op bed te slapen en te lezen. Precies volgens planning komen we om 14.30 uur in Hamburg aan op een groot terrein aan de Elbe. Er zijn toiletunits geplaatst en het startpunt van de Roparun is vlakbij. We eten en drinken en daarna gaat ploeg A zich klaarmaken voor de start van de eerste etappe. Ik bevestig de teamnummers op de voorgeschreven kanten van mijn fiets, knip ze los en bevestig ze opnieuw, check nog een keer de spullen in mijn fietstassen en verkleed me vervolgens. Nog even een banaan en twee kadetjes met kaas in de tas en dan ben ik er, met enige spanning, klaar voor. De vier lopers Jan, Frits, Richard en Peter, de andere fietser Maarten en Maikel en Leen die het begeleidende busje besturen en navigeren zijn er ook aan toe. Het hele team loopt mee naar de start waar opnieuw een groepsfoto wordt gemaakt en dan vertrekken we.

DeelnemersHet is 17.42 uur, de Texelrunners, team 284, begint aan de eerste etappe van 52 kilometer van Hamburg naar Wangersen. Maarten’s navigatie wil niet op gang komen zodat ik voorop fiets en navigeer, Jan loopt achter me en daarachter fietst Maarten (zie foto). Na een kilometer staat het kleine busje aan de kant. Frits en Maikel wachten voor het busje en zoals dat hoort bij een estafette tikt Jan Frits aan en vertrekt Frits voor zijn eerste kilometer. De voorste fietser rijdt bij de wissel door zodat de nieuwe loper meteen de fietsende navigator kan volgen en de tweede fietser blijft achter de wisselende lopers. Maikel en Jan stappen in het busje halen de twee fietsers en de loper in en zoeken op een kilometer afstand een goede plek zodat Frits gewisseld kan worden en Richard aan zijn eerste kilometer kan beginnen. Na Richard loopt Peter zijn kilometer en dan is Jan weer aan de beurt. Zo leggen we de afstand van Hamburg naar Wangersen af. De eerste kilometers gaan over een lelijk industrieterrein, maar dan volgt een prachtige oude brug (Alte Harburger Eibbrücke). Wat zou ik graag foto’s maken, maar omdat de loper door moet, doe ik dat maar niet. Die eerste kilometers kijk ik uit naar het Harburger Schloss wat vlakbij de route zou moeten staan. Het verkeer is druk, maar wat zoekend en twijfelend komen we uiteindelijk tot de conclusie dat we beter op de stoep kunnen rijden, maar of het mag weten we niet zeker. Tot we borden zien met een plaatje van een fiets en het woord Frei. Kennelijk mogen we op de stoep en dan wordt het nog mooier: er is een geasfalteerde strook die op of tussen de stenen van de stoep is aangelegd. Dat loopt en fietst lekker! Er zijn nogal wat stoplichten, maar gelukkig laten we de stad op zeker moment achter ons en neemt het aantal verkeerslichten af, maar de drukte niet. De auto’s blijven voorbij suizen en dat word ik wel een beetje zat. In deze etappe hebben we twee grotere stukken RunBikeRun. Dat zijn stukken waar het busje niet mag komen. Er worden dan drie mountainbikes uit het busje gepakt zodat drie lopers kunnen fietsen en om beurten wisselen zij met de loper tot het punt waar het busje weer staat. Drie lopers stappen in en de mountainbikes worden weer ingeladen terwijl één loper met de twee begeleidende fietsers doorloopt. In de stad en de dorpen waar we doorheen komen groeten veel mensen ons of zij klappen in hun handen. Geen luidkeelse aanmoedigingen, maar ook dit is al plezierig. Langzamerhand begint alles zijn gangetje te gaan en wennen we aan de routine van navigeren, wisselen van loper en andere zaken. Het laatste uur van deze etappe valt me wat zwaarder. Ondanks de fietsbroek begint mijn kont het zat te raken en verder spelen mijn nek en elleboog een beetje op door het in één houding zitten. Bewust probeer ik het voorovergebogen zitten af te wisselen met rechtop zitten en zwaai ik mijn armen eens heen en weer en buig en strek ik ze. Bij elke fietstocht die ik heb gemaakt, heb ik altijd op zeker moment last van een dipje of aan het eind last van de laatste loodjes. Ik weet dat het over gaat en omdat de fietsers er zijn ter ondersteuning van de lopers praat ik er verder niet over. En zo belanden we om ongeveer 22.00 uur in Wangersen, waar ploeg B ons opwacht. Onze laatste loper tikt hun eerste loper aan en dan vertrekken zij met hun fietsende navigator gevolgd door hun frisse eerste loper en aansluitend de tweede fietser. In hun busje zitten drie andere frisse lopers met hun chauffeur en hun navigator. Wij zijn met z’n achten een paar uurtjes vrij. Onze eerste etappe zit er op. We troffen het want we hebben de zon onder zien gaan!

Tijd om iets te eten en drinken en gemasseerd te worden. Ik ga me echter eerst opfrissen en verkleden. Mijn nek en elleboog worden behandeld, even naar het toilet en dan wordt alles in de bus geladen en kruip ik in mijn slaapzak en ga overdwars op de bovenste bedden liggen. De slaap wil niet komen, er zijn teveel indrukken die kennelijk een plekje moeten krijgen. Ik probeer rustig te blijven liggen om de anderen niet wakker te maken, maar kijk stiekem zo nu en dan op mijn mobiel om te zien of we al bijna aan de tweede etappe kunnen beginnen. Als de andere ploeg 10 kilometer van het eindpunt van hun etappe af is, bellen zij teamcaptain Jan Nico. Rond 2.00 uur zondagochtend komt hij ons wekken zodat wij ons voor kunnen bereiden op de tweede etappe. Met het hele team wachten we ploeg B op. Iets later dan verwacht komen zij aan doordat beide navigatieapparaten uitvielen op een run-bike-run-gedeelte van hun etappe. Gelukkig zijn zij niet verdwaald gebleven! Hun laatste loper tikt onze eerste loper aan en dan gaan we weer op pad met ons ploegje van 8 personen.

Vertrek uit Bremen 56 kilometer te gaan. We prijzen ons gelukkig want al snel wordt het wat lichter en dan zien we de zon opkomen. Het is rustig op de weg en we rijden en lopen door een mooie landelijke omgeving. Als voorste fietser hou je de route goed in de gaten en probeer je vooruit te fietsen als een stoplicht in zicht komt zodat je vast op het knopje kunt drukken en het licht groen is als de loper arriveert. Als achterste fietser let je op de weg en de route, maar heb je ook tijd om eventueel een praatje te maken met de loper als er ruimte is om naast hem te gaan fietsen. Met de één bespreek ik de huizen die we passeren en bij de ander wijzen we elkaar op mooie punten in de natuur. Rond 7.45 uur arriveren we na 56 kilometer in Bösel. Ook deze etappe had ik een dipje. Het kwam wat eerder dan in de eerste etappe. Ik ga me meteen opfrissen en een lekker hemdje en makkelijke joggingbroek aantrekken. Een flesje water mee, in bed even appen en dan slapen. Etappe 2 voor onze ploeg zit er op.

DeelnemersIk slaap heerlijk tot ik wakker schrik van The Eye of the Tiger van Survivor. Pfff, een ander team wat een feestje aan het bouwen is om 10.00 uur ’s ochtends? Slaapdronken stap ik uit de bus. Hè, waar zijn we? Het is bevreemdend: ik stap in Bösel in, slaap en wordt ergens anders wakker. De zon schijnt, we staan tussen een weg en een fietspad geparkeerd. Er is een voetbalveld en een huis met een erf. Op het erf een grote tent en Roparunvlaggen. Het blijkt het Roparun steunpunt in Kluse te zijn (zie foto). Er zijn toiletten en er zijn doucheruimtes. Heerlijk, een douche zie ik wel zitten. Maar ik kan niets vinden geen zeep, geen tandpasta. Hebben dochterlief en ik dat vergeten in te pakken? Ik kan het gelukkig allebei “lenen” van anderen. Na de douche voel ik me weer helder en dan krijg ik te horen dat in de tent koffie, thee, soep en brood met Hemaworst wordt geserveerd. Aangeboden door de Roparun. O, vandaar dat ik van die opblaasrookworsten zag! Ik vul mijn thermosbeker met warme thee en doe deze vast in de bidonhouder op mijn fiets voor de volgende etappe en ga daarna een lekker broodje met rookworst halen. Heerlijk! Nog even op de massagetafel en dan krijgen we het signaal dat we ons klaar moeten maken voor de volgende etappe, voor ons de derde van Kluse in Duitsland naar Holsloot in Nederland. Het is midden op de dag en we beginnen langzamerhand in te lopen op de teams die eerder zijn gestart. Ieder team moet een verwachte gemiddelde tijd in kilometers per uur opgeven en naar aanleiding van dit kilometergemiddelde worden de starts ingedeeld met de bedoeling dat alle teams maandagmiddag in Rotterdam finishen. Onze starttijd was 17.42 uur en daarvóór waren al ruim 90 andere teams uit Hamburg vertrokken. Op deze teams beginnen we nu langzaam in te lopen en dat blijkt een stimulans voor de lopers te zijn. Meer teams voor en achter ons betekent dat ik niet even stiekem een plasje in de bosjes kan doen. Dus besluit ik op zeker moment bij een eettentje met terras te stoppen. Ik roep naar de loper dat ik ga plassen en vraag aan iemand op het terras of er een toilet is. “Ik werk hier niet en weet het eigenlijk niet”, krijg ik te horen. Een andere klant duwt tegen mijn arm “Daar is het toilet, ga maar even”. En weer een ander zegt dat ze op mijn spullen zullen passen. Dus laat ik mijn fiets met tassen en dure navigatie achter op een terras waar ongeveer 25 mensen er op passen. Als ik naar buiten kom, de mensen bedank en mijn fiets wil pakken om te vertrekken, vraagt iemand of ik nog even tijd heb. En dan krijg ik vragen over de Roparun. De vraagstelster weet er al meer van, maar wil graag weten hoe het team in elkaar zit. Als ik vertel dat het team in twee ploegen is verdeeld en dat iedere ploeg een afstand van 50 tot 60 kilometer aflegt en dat de andere ploeg dan rust, vraagt iemand anders wanneer we zijn gestart en wat we al gefietst hebben. Als ik vertel dat we zaterdag om 17.45 zijn gestart en de eerste etappe om 22.00 hebben afgerond en toen zondag om 3.00 weer zijn vertrokken en de tweede etappe om 8.00 hadden volbracht en vervolgens om ongeveer 12.00 zijn begonnen aan deze derde etappe kijken ze vol bewondering en verbazing. Ik beantwoord nog wat vragen en geef dan aan dat ik echt naar mijn team moet en dat de rest op internet staat. Ik fiets en fiets, haal enkele teams in en dan zie ik gelukkig de oranje jas van Maarten. Pfff, dat was crossen! Als je tien minuten stopt, moet je 2 kilometer inlopen en dat is even aanpoten. Zeker als je daarbij op een fietspad meerdere teams moet passeren die niet altijd achter elkaar lopen en fietsen. Toch was mijn mini-interview leuk! De belangstelling onderweg en de aanmoedigingen doen me goed.

DeelnemersEn dan komen we in het eerste feestdorp: Sleen. Ze hebben er een ware happening van gemaakt: een speaker roept de namen van de teams en de plaats waar ze vandaan komen, er wordt luide muziek gedraaid, er staan mensen langs de kant te klappen, te zwaaien. Ze geven high fives en juichen. Ik zwaai en bedank. Wat is dat geweldig! Ik krijg een zakje winegums in mijn handen gedrukt met een leuk etiket Sleen4life Roparun en we vervolgen onze weg. Aan het eind van het dorp een mooi spandoek “AUF WIEDERSLEEN” wat ik toch even op de foto zet (zie boven). Deze etappe eindigt na 56 kilometer in Holsloot waar de bus langs een kanaal staat. De massagetafels staan in een strook gras aan het kanaal, daarnaast de picknickbanken.

DeelnemersWe zijn in Holsloot halverwege Hamburg en Rotterdam en nemen de tijd om een foto te maken met het hele team, 23 personen sterk. Daarna fris ik me op, we eten, praten, lachen en plagen elkaar. Ik krijg een massage voor mijn nek, schouders en geïrriteerde elleboog en dan vertrekken we in de bus naar Almelo. Ik val in een diepe slaap en wordt verdwaasd wakker. Het duurt wel even voor ik echt weer helder ben. We staan op een parkeerterrein bij een paar loodsen. Buiten staan doucheruimtes, binnen zijn toiletunits. Ik was me en ga naar het toilet. Vervolgens zit ik nog een poosje suf op het bankje bij onze bus. Maar lang suf blijven kan niet want het is weer één en al gekkigheid en gezelligheid. Bovendien is het tijd voor onze tweede warme maaltijd, net als zaterdag keuze tussen macaroni of pasta piri piri. Ans en Bea warmen alles op twee skottelbraais. Het smaakt heerlijk. Daarna maken we ons op voor de vierde etappe van Almelo naar Zutphen, waarvoor we rond 20.00 uur vertrekken. Al snel na de start leidt deze etappe ons door het stadion van Voetbalclub Heracles. Drie lopers nemen een fiets en zo gaat de loper met vijf fietsers het stadion binnen. We zijn brutaal en vragen of de vrijwilligster van de Roparun een foto van ons wil maken in het doel (zie links). Ik neem zelfs mijn fiets mee voor de foto. Later hoor ik dat we niet over het heilige kunstgras naar het doel hadden mogen lopen, rijden…. We gaan door het centrum van Almelo mensen juichen en klappen. Sommigen hebben tranen in hun ogen, ik slik een brok in mijn keel weg.

DeelnemersOok in Enter worden we hartelijk verwelkomd en dan vervolgen we onze weg naar Zutphen. De knie van één van de lopers speelt op en hindert hem. Een andere loper heeft een mentaal dipje. Ik vraag me tijdens deze etappe af waar ik aan ben begonnen. Maar we moeten door en we gaan door. Het is inmiddels donker en zomaar in dat donker staan twee mensen in een verlaten dorp. Ze ogen ontroerd en klappen. Ik bedank hen. Ze knikken en groeten. We rijden verder en zien een auto met een openstaande klep, in de kofferbak zit een stel. Ze klappen en moedigen ons aan. Het is na twaalven, daar staat een jongeman langs de weg, hij wijst ons hoe we moeten lopen en fietsen. We rijden een klein hellinkje af en draaien een bocht naar links. En dan zo mooi: voor ons in het donker een fietspad met aan beide zijden brandende waxinelichtjes in glazen potjes. Ik fiets verder en ga de bocht om, nog steeds lichtjes. Een bord met de tekst WELKOM van brandende lichtjes. En zomaar in het donker rechts van ons een naam van brandende lichtjes. Alleen een naam, geen toelichting. Maar die kunnen we zelf verzinnen.

Van Warnsveld tot Zutphen brandende lichtjes aan beide kanten. In Zutphen een fietspad met daarboven gekleurde paraplu’s met een lampje eronder (zie foto). Daarna het stadje met een podium, muziek, een speaker en heel veel mensen op de been. Het is 1.00 uur ’s nachts en deze mensen staan er om ons aan te moedigen. We bedanken, we zwaaien. De loper van dat moment krijgt een medaille omgehangen: “Zutphen doorkomststad”. Na 55 kilometer wisselen we in Zutphen van ploeg.

DeelnemersOnze ploeg vertrekt meteen in de bus naar de brandweerkazerne in Ede. We hebben twee uur op bed gelegen als we worden gewekt. Ik trek opnieuw mijn fietskleding aan en loop de kazerne in. Onze massagetafels staan daar ergens binnen. Mijn nek en schouders worden gemasseerd. Als ik terugloop naar de bus raak ik een beetje in paniek. Ik moet echt iets eten maar de klep van de bus zit dicht. Onze chauffeur moppert want iedereen is weg. Hij wil ook even binnen gaan om te kijken. Ik mopper omdat ik wil eten en drinken. We pakken wat thee voor mij en overleggen. Dan komt een loper die vertelt dat we binnen kunnen drinken en pannenkoeken eten. Hij brengt ons naar de bovenverdieping van de kazerne. Daar staat een rij marktkraampjes waaronder dames pannenkoeken staan te bakken. Hoe lang zijn ze daar al voor ons in de weer? De loper wijst me een vrouw aan die bij twee koelboxen staat. Ik ga naar haar toe en vraag of ik een pannenkoek mag. “Natuurlijk, je mag er wel vijf, meid”, zegt ze hartelijk. “Nee, doet u er eerst maar twee.” Ik krijg twee warme pannenkoeken die per stuk in aluminiumfolie zijn gerold. Er ligt een rode loper met aan beide zijden brandende waxinelichtjes in glazen potjes. De loper met begeleidende fietsers komt aan de ene kant de kazerne in en gaat er aan de andere kant weer uit. Aan een statafel eet ik mijn pannenkoeken en zie teams over de rode loper binnen komen lopen en fietsen. Ik vraag of ik nog een pannenkoek mag en dan voel ik me langzamerhand wat beter. We lopen naar de bus. De fietsen worden klaargezet en ik hang mijn tassen er aan. Muts op, wanten aan en om 4.45 uur vertrekken we voor onze vijfde etappe van Ede naar Tiel.

Na ruim een uur kom ik op bekend terrein: we naderen Rhenen. Daar heb ik afgelopen kerstvakantie een nachtje geslapen toen ik vanuit Amsterdam naar mijn zus fietste. Ik waarschuw de loper dat er een klimmetje gaat komen. Hij vraag me waar we zijn. De Grebbeberg, antwoord ik. Hij weet het niet zo gauw te plaatsen. Ik vertel over de Grebbelinie en de zware gevechten die hier in WOII hebben plaatsgevonden. Hij rent rustig de steile klim op, ik schakel mijn fiets in een lichte versnelling en fiets achter hem aan. We passeren een fietser van een andere team. Ze heeft het zwaar. Boven praten we verder en vertel ik over de erebegraafplaats die ik heb bezocht, dan passeren we deze begraafplaats en ook het hotel waar ik heb geslapen. In Rhenen buigen we af en fietsen we langs de rivier. We vragen ons af welke rivier het moet zijn. Het is het land van Maas en Waal, zeg ik. De loper zegt dat de Maas zuidelijk ligt en dus komen we samen tot de conclusie dat het de Waal moet zijn. Een paar wissels later roept de navigator lachend dat het de Nederrijn was. Mijn topografische kennis laat me in de steek. We passeren kersenboomgaarden, maar die zijn ’s ochtends om 6.00 natuurlijk nog niet geopend. We komen in Lienden. Er is een bezinningsplek, er word me gevraagd of ik iets op een kaartje wil schrijven. Ik stop en stap af. “Wilt u opschrijven wat u denkt?”, vraagt de man. Pfff, dan kan ik wel even gaan zitten. Ik kom niet verder dan LIENDEN BEDANKT en vraag vervolgens of de man een foto van me wil maken voor mijn zus, die hier vlakbij woont. “Waar woont ze”, vraagt hij met belangstelling. “Valburg”, dat blijkt nog wel een eindje weg te zijn. O, nou ja, ik verstuur die foto toch maar naar haar. Topografie is vandaag niet mijn sterkste kant. De namen van Jan en Frits begin ik ook steeds vaker door elkaar te halen. Na het bezinningspunt in Lienden volgt een plek met muziek en een speaker. Ik fiets, zwaai, bedank en zet alle zeilen bij om de loper en andere fietser in te halen. We vervolgen onze weg door de Betuwe. Er staan mensen langs de kant te klappen en ons aan te moedigen. We halen teams in en soms worden wij ingehaald. Na vier etappes van ruim 50 kilometer is deze vijfde etappe van bijna 40 kilometer een stukkie, ik heb geen dipje gehad en voel met fysiek prima, maar dat de vermoeidheid er is blijkt uit andere dingen. In Tiel neemt om omstreeks 7.15 uur ploeg B het van ons over.

DeelnemersOpnieuw verkleed ik me en fris ik me op, pak mijn slaapzak en kussen om weer even op bed te gaan liggen. Voor mijn gevoel lig ik nog maar net als de teamcaptain meedeelt dat wie nog gemasseerd wil worden nu uit bed moet komen. Slechts enkelen worden wakker van zijn bescheiden woorden. We staan in de buurt van Meerkerk. Ik word gemasseerd (zie foto). We eten toasties, die Ans, Bea en Hans ter plekke staan te bakken en maken ons op voor de laatste etappe. Goed nadenken want we hebben tijdens deze etappe geen begeleidend busje bij ons. Drie lopers gaan op de mountainbikes, eten, drinken, teamjasjes en –shirts moeten mee in de fietstassen van Maarten en mij. Opeens is ploeg B er. Onze loper vertrekt, Maarten staat klaar. Ik sjees achter ze aan en twee lopers op mountainbikes eveneens. De derde loper zit nog aan de toastie en komt al snel daarna. Er volgt een prachtige route langs het water bij Goudriaan, Ottoland en Vuilendam. Drie lopers zijn nog actief en wisselen elkaar af. De wind hebben ze in de rug, de mannen hebben er zin in, het tempo ligt hoog. Ik bel Maikel dat we super gaan. Hij belt een kwartier later terug en laat weten dat hij zijn locatie naar me heeft geappt. Ik open de app en laad de kaart. Ze staan tussen Bleskensgraaf en Oud-Alblas. Ik vraag een man langs de kant of ik al in Bleskensgraaf ben. Hij haalt zijn schouders op en vraagt het aan de persoon naast hem. Deze bevestigt het. Ik schrik, we zijn vlakbij en moeten opletten dat we Maikel met de rest van het team niet mislopen. “Hoe ver is het naar Oud-Alblas?”, vraag ik. Hij wijst naar een fietsbordje wat verderop staat. Vier kilometer. Ik ga verder met het telefoongesprek en vertel het Maikel.

DeelnemersNiet lang daarna zien we de rest van het team langs de kant van de weg staan. De lopers en fietsers van ploeg B voegen zich bij ons richting de finish in Rotterdam. Het is even wennen na de routine die we na vijf etappes met ons ploegje hebben opgebouwd om met elf fietsers en één loper onze weg te vervolgen. Maar het went snel. Afwisselend fietsen we naast elkaar en praten we bij. Na Hamburg hebben de mensen van ploeg A en ploeg B elkaar niet meer gesproken dus het is fijn om verhalen uit te wisselen. De loper wordt nog steeds na iedere kilometer vervangen door een volgende loper. Ze tikken elkaar aan, geven de mountainbike over en gaan verder. Het lijkt steeds sneller te gaan. De finish lokt. Deze etappes zijn er geen dipjes meer. De pijntjes zijn verdwenen. In Barendrecht komen de teams vanaf Parijs en vanaf Hamburg samen. Het wordt drukker met teams. Opeens stapt iedereen af. Ik denk dat het de finish is, maar het is de doorkomst bij het familiehuis van de Daniel Den Hoed kliniek (in dit familiehuis logeren familieleden van kankerpatiënten dichtbij het ziekenhuis). We stappen allemaal af. Mensen raken ons aan, geven een hand. Sommigen zijn geëmotioneerd. Ik voel tranen in mijn ogen. Ik schud handen, ik zwaai. Iemand in een shirt van het familiehuis geeft me een hand, ik bedank haar. “Nee, jìj bedankt”, zegt ze.

En dan moeten we verder. Nog een paar kilometer. De lopers hebben er zin in en blijven teams inhalen. De navigator rijdt voorop en haalt in, de loper volgt en dan moeten tien andere fietsers er ook voorbij zien te komen. Er zijn teams die de volle breedte van het smalle fietspad gebruiken. Er wordt iemand achter me boos omdat ik haar afsnijd bij het invoegen om plaats te maken voor een tegenligger. Achter me roept een fietser dat ze naar voren moet om de loper af te lossen. Dan volgt een langzamere loper en worden wij weer ingehaald door het team wat we net hebben gepasseerd. De lopers zijn in hun enthousiasme niet te stuiten, maar ik vind het te chaotisch.

Toch komen we uiteindelijk als één groep bij de finish onder de Willemsbrug uit. We omhelzen elkaar, bedanken elkaar en genieten.

Daarna volgt de huldiging en de groepsfoto op de Binnenrotte. Op weg naar huis valt de één na de ander in slaap.

Uitgelichte sponsors

Inschrijven nieuwsbrief

Vul je voornaam in
Vul je achternaam in
Vul je e-mailadres in